Aantal ledlampen in huishoudens groeit explosief
Tweederde van alle lampen in Nederlandse huishoudens is nog steeds niet energiezuinig. Dat blijkt uit de bezitsmeting die Stichting LightRec afgelopen jaar liet uitvoeren door GfK-Panel Services. Toch daalt het gebruik van niet-duurzame gloeilampen wel: in 2008 was dit aandeel nog 73%. Als gevolg van de uitfasering is vooral de ledlamp bezig met een flinke opmars: het aantal ledlampen groeide de afgelopen twee jaar met 178% tot 17,3 miljoen. Bijna de helft van de Nederlandse huishoudens heeft inmiddels een ledlamp in huis; in 2008 was dat circa twintig procent. Ook het aantal spaarlampen in het huishouden steeg, met 50% naar 95,8 miljoen.
Nederlanders hebben samen 449 miljoen lampen en 202 miljoen armaturen in huis. Het gemiddeld aantal lampen per huishouden steeg van 55 naar 60 exemplaren, waarvan er 44 in gebruik zijn. Huishoudens hebben in totaal 110 miljoen lampen op voorraad. In die voorraad zitten bijna 60 miljoen gloeilampen (8 per huishouden), 27 miljoen spaarlampen en 18 miljoen halogeenlampen (respectievelijk 4 en 2 per huishouden). Ook bewaren veel huishoudens kapotte lampen: zij hebben samen nog zo'n 6,5 miljoen defecte lampen in huis.
Ongeveer de helft van de huishoudens verwijdert kapotte energiezuinige lampen (zoals tl-buizen, spaar- en ledlampen) door ze naar de milieustraat te brengen. De andere helft (46%) gooit deze echter gewoon in de glas- of prullenbak. Dit terwijl 85% van de huishoudens wel op de hoogte is van het feit dat energiezuinige lampen apart moeten worden ingeleverd voor recycling. In de Randstad is dit bewustzijn overigens significant lager. Energiezuinige lampen moeten apart worden ingeleverd, omdat ze voor meer dan 90% gerecycled kunnen worden.
De Nederlander omarmt de zowel de spaar- als de ledlamp een stuk sneller dan de Belg. Opvallend is dat twee keer zoveel Nederlandse huishoudens een ledlamp bezitten (43%) dan in België (18%). Ook bezitten minder Belgische huishoudens een spaarlamp: 81% tegenover 94% van de Nederlandse huishoudens.
Nederlanders hebben samen 449 miljoen lampen en 202 miljoen armaturen in huis. Het gemiddeld aantal lampen per huishouden steeg van 55 naar 60 exemplaren, waarvan er 44 in gebruik zijn. Huishoudens hebben in totaal 110 miljoen lampen op voorraad. In die voorraad zitten bijna 60 miljoen gloeilampen (8 per huishouden), 27 miljoen spaarlampen en 18 miljoen halogeenlampen (respectievelijk 4 en 2 per huishouden). Ook bewaren veel huishoudens kapotte lampen: zij hebben samen nog zo'n 6,5 miljoen defecte lampen in huis.
Ongeveer de helft van de huishoudens verwijdert kapotte energiezuinige lampen (zoals tl-buizen, spaar- en ledlampen) door ze naar de milieustraat te brengen. De andere helft (46%) gooit deze echter gewoon in de glas- of prullenbak. Dit terwijl 85% van de huishoudens wel op de hoogte is van het feit dat energiezuinige lampen apart moeten worden ingeleverd voor recycling. In de Randstad is dit bewustzijn overigens significant lager. Energiezuinige lampen moeten apart worden ingeleverd, omdat ze voor meer dan 90% gerecycled kunnen worden.
De Nederlander omarmt de zowel de spaar- als de ledlamp een stuk sneller dan de Belg. Opvallend is dat twee keer zoveel Nederlandse huishoudens een ledlamp bezitten (43%) dan in België (18%). Ook bezitten minder Belgische huishoudens een spaarlamp: 81% tegenover 94% van de Nederlandse huishoudens.
Geen opmerkingen: