Simulatiemodellen TU Delft scheppen helderheid bij keuzes energietransitie
Om de energieverslindende gloeilamp uit de supermarktschappen te weren, werkt een gloeilampbelasting net zo goed als een verbod op gloeilampen. Een subsidie op nieuwe technologie, zoals Led-verlichting, kan de verkoop ervan remmen. Er zijn dan relatief veel mensen die een lamp kopen met kinderziektes, waardoor de technologie een slechte naam krijgt. Dat zijn resultaten die komen uit de simulatiemodellen die TU Delft promovendus Emile Chappin ontwikkelde over de energietransitie. Chappin promoveert op 16 juni aan de TU Delft. Zijn belangrijkste conclusie: de energietransitie is te sturen en simulatiemodellen kunnen inzichtelijk maken welke gevolgen keuzes van overheid, bedrijven en consumenten kunnen hebben.
Waar in de toekomst onze energie vandaan komt, is afhankelijk van de beslissingen van onder meer overheden, bedrijven en consumenten. “Energiesystemen ontwikkelen zich niet alleen op basis van technische vooruitgang, maar ook op basis van beleidsinstrumenten van de overheid, investeringen door bedrijven en consumentengedrag. Deze beïnvloeden ook nog eens elkaar,” zegt Emile Chappin, promovendus bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Welke gevolgen heeft het sluiten van de kerncentrales in Duitsland? Meer kolencentrales? Afvang en opslag van CO2? Chappin ontwikkelde tijdens zijn promotieonderzoek zogenaamde ‘agentgebaseerde simulatiemodellen' die gebruik maken van kennis over hoe mensen beslissingen nemen om de gevolgen van deze beslissingen voor de korte en lange termijn inzichtelijk te maken.
Uit een van Chappin’s simulatiemodellen komt dat het heffen van een CO2-belasting aanzienlijk beter en goedkoper werkt voor het verminderen van de CO2-uitstoot van Europese bedrijven dan het Europese handelssysteem voor emissierechten. Chappin trekt deze conclusie op basis van onder meer beslissingen van investeerders en van energiebedrijven. Investeerders hebben meer baat bij een vaste dan een flexibele CO2-prijs en energiebedrijven kiezen voor de lange termijn voor de lage kosten van kolen. De resultaten waren aanleiding voor aanbevelingen om het huidige systeem te verbeteren, zoals het instellen van een minimumprijs op de CO2-markt of een aanvullende CO2-belasting.
Chappin voedde een ander model met kennis over consumentengedrag bij de aanschaf van energiezuinige verlichting. Hieruit bleek onder meer dat op de langere termijn minder Led-verlichting werd gekocht als er in de beginfase een subsidie voor was. Door de subsidie kochten naar verhouding veel mensen lampen van de eerste generatie. Kinderziektes zorgden voor een sterk negatief imago en daardoor nam de verkoop af, ook al werd de technologie beter.
De simulatiemodellen van Chappin maken voor politici, beleidsmedewerkers, bedrijven, ingenieurs en consumenten inzichtelijk welke gevolgen hun keuzes voor de energietransitie kunnen hebben. Om de computermodellen begrijpelijk en gemakkelijk toepasbaar te maken, heeft Chappin het ‘Energy Market Game’ ontwikkeld, een internetspel voor bijvoorbeeld beleidsmedewerkers die willen uitproberen welke effecten hun CO2-beleidskeuzes hebben. Chappin: “Ik hoop dat ik met de modellen en het spel een zinvolle bijdrage kan leveren aan de keuzes die we als land moeten maken om ook in de toekomst voldoende, betaalbare en schone energie te hebben.”
Waar in de toekomst onze energie vandaan komt, is afhankelijk van de beslissingen van onder meer overheden, bedrijven en consumenten. “Energiesystemen ontwikkelen zich niet alleen op basis van technische vooruitgang, maar ook op basis van beleidsinstrumenten van de overheid, investeringen door bedrijven en consumentengedrag. Deze beïnvloeden ook nog eens elkaar,” zegt Emile Chappin, promovendus bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Welke gevolgen heeft het sluiten van de kerncentrales in Duitsland? Meer kolencentrales? Afvang en opslag van CO2? Chappin ontwikkelde tijdens zijn promotieonderzoek zogenaamde ‘agentgebaseerde simulatiemodellen' die gebruik maken van kennis over hoe mensen beslissingen nemen om de gevolgen van deze beslissingen voor de korte en lange termijn inzichtelijk te maken.
Uit een van Chappin’s simulatiemodellen komt dat het heffen van een CO2-belasting aanzienlijk beter en goedkoper werkt voor het verminderen van de CO2-uitstoot van Europese bedrijven dan het Europese handelssysteem voor emissierechten. Chappin trekt deze conclusie op basis van onder meer beslissingen van investeerders en van energiebedrijven. Investeerders hebben meer baat bij een vaste dan een flexibele CO2-prijs en energiebedrijven kiezen voor de lange termijn voor de lage kosten van kolen. De resultaten waren aanleiding voor aanbevelingen om het huidige systeem te verbeteren, zoals het instellen van een minimumprijs op de CO2-markt of een aanvullende CO2-belasting.
Chappin voedde een ander model met kennis over consumentengedrag bij de aanschaf van energiezuinige verlichting. Hieruit bleek onder meer dat op de langere termijn minder Led-verlichting werd gekocht als er in de beginfase een subsidie voor was. Door de subsidie kochten naar verhouding veel mensen lampen van de eerste generatie. Kinderziektes zorgden voor een sterk negatief imago en daardoor nam de verkoop af, ook al werd de technologie beter.
De simulatiemodellen van Chappin maken voor politici, beleidsmedewerkers, bedrijven, ingenieurs en consumenten inzichtelijk welke gevolgen hun keuzes voor de energietransitie kunnen hebben. Om de computermodellen begrijpelijk en gemakkelijk toepasbaar te maken, heeft Chappin het ‘Energy Market Game’ ontwikkeld, een internetspel voor bijvoorbeeld beleidsmedewerkers die willen uitproberen welke effecten hun CO2-beleidskeuzes hebben. Chappin: “Ik hoop dat ik met de modellen en het spel een zinvolle bijdrage kan leveren aan de keuzes die we als land moeten maken om ook in de toekomst voldoende, betaalbare en schone energie te hebben.”
Geen opmerkingen: