Nederlander plaatst buitenverlichting voor meer veiligheid
Omdat meer dan 90 procent van de Nederlanders beschikt over een tuin, een balkon of een andere buitenruimte, genieten we hier in de nazomer graag van. Driekwart van onze tuinen is ’s avonds dan ook sfeervol verlicht. Toch is sfeer niet de belangrijkste reden om een buitenlamp op te hangen, zo blijkt uit onderzoek van Stichting LightRec. In de meeste gevallen zorgt buitenverlichting ervoor dat we ons veiliger voelen in ons eigen huis, dat we denken dat inbrekers minder kans hebben en dat we beter zicht hebben op wat er buiten gebeurt.
Nu het langzaam weer eerder donker begint te worden, onderzocht LightRec de voorkeuren van Nederlanders als het gaat om buitenlampen en het gebruik hiervan. Opvallend is vooral de preventieve functie die buitenverlichting heeft. Mede om die reden laat bijna de helft van de Nederlanders de buitenverlichting dan ook gewoon de hele avond branden, ongeacht het seizoen. Dit soms tot grote frustratie van de buren. Eén op de tien Nederlanders geeft aan daadwerkelijk last te hebben van de buitenverlichting van de buurman of buurvrouw. Vooral te fel licht, het licht laten branden tot laat op de avond en knipperende lampen ervaart men als vervelend. Om de buren te ontlasten en om zuiniger met het energiegebruik om te springen gebruikt de andere helft van de Nederlanders gelukkig een bewegingsmelder.
Als het gaat om de lamp zelf, dan kiest de ruime meerderheid voor een ‘standaardlamp‘ aan de muur. Jongeren (tot 30 jaar) zijn vaak creatiever en beter geïnformeerd over de mogelijkheden van tuinverlichting. Zij kiezen vaker voor sfeerverlichting in de vorm van grondspots of lantaarns met kaarsen. Balkons zijn het ondergeschoven kindje als het gaat om buitenverlichting: slechts 7% van de respondenten met een balkon plaatst een lamp.n
We zetten onze buitenverlichting dus vooral in uit veiligheidsoverwegingen. Dit heeft ook tot gevolg dat Nederlanders buiten wel direct een lamp vervangen als deze kapot is. In bijna 80 procent van de gevallen draaien we meteen een nieuw exemplaar in of investeren we in nieuwe verlichting. En dat terwijl binnenshuis vooral vrouwen juist de neiging hebben een kapotte lamp te laten hangen tot een huisgenoot deze vervangt.
Door de opkomst van nieuwe energiezuinige alternatieven met een lange levensduur hoeven Nederlanders gelukkig steeds minder vaak de trap op om een lamp te vervangen. Ook in de tuin, op het balkon of aan de gevel is de ledlamp momenteel veruit de meest gebruikte lamp. Een goede ontwikkeling, aldus Jeroen Bartels, manager van Stichting LightRec. “Omdat buitenverlichting vaak langdurig aan staat verdient energiezuinige verlichting de voorkeur. Het bespaart energie en bovendien gaat de lamp veel langer mee. Combinatie met een bewegingsmelder verlaagt de energiekosten. De bewegingsmelder is meestal ook te schakelen zodat men ook kan kiezen om de buitenlamp continu te laten branden, bijvoorbeeld als men in de tuin zit. Zaak is wel dat ook de nieuwe generatie tuinverlichting als deze uiteindelijk kapot gaat, apart ingeleverd wordt. Of het nu om een retrofit ledlamp gaat (met dezelfde fitting als een gloeilamp) of om led die volledig geïntegreerd is in een armatuur. Alle nieuwe energiezuinige lampen kunnen we namelijk voor meer dan 90% recyclen. Op meer en meer plekken bij winkels kunnen spaar- en ledlampen gemakkelijk worden ingeleverd. Via de uitvoeringsorganisatie Wecycle worden deze dan bij de winkeliers opgehaald”.
Nu het langzaam weer eerder donker begint te worden, onderzocht LightRec de voorkeuren van Nederlanders als het gaat om buitenlampen en het gebruik hiervan. Opvallend is vooral de preventieve functie die buitenverlichting heeft. Mede om die reden laat bijna de helft van de Nederlanders de buitenverlichting dan ook gewoon de hele avond branden, ongeacht het seizoen. Dit soms tot grote frustratie van de buren. Eén op de tien Nederlanders geeft aan daadwerkelijk last te hebben van de buitenverlichting van de buurman of buurvrouw. Vooral te fel licht, het licht laten branden tot laat op de avond en knipperende lampen ervaart men als vervelend. Om de buren te ontlasten en om zuiniger met het energiegebruik om te springen gebruikt de andere helft van de Nederlanders gelukkig een bewegingsmelder.
Als het gaat om de lamp zelf, dan kiest de ruime meerderheid voor een ‘standaardlamp‘ aan de muur. Jongeren (tot 30 jaar) zijn vaak creatiever en beter geïnformeerd over de mogelijkheden van tuinverlichting. Zij kiezen vaker voor sfeerverlichting in de vorm van grondspots of lantaarns met kaarsen. Balkons zijn het ondergeschoven kindje als het gaat om buitenverlichting: slechts 7% van de respondenten met een balkon plaatst een lamp.n
We zetten onze buitenverlichting dus vooral in uit veiligheidsoverwegingen. Dit heeft ook tot gevolg dat Nederlanders buiten wel direct een lamp vervangen als deze kapot is. In bijna 80 procent van de gevallen draaien we meteen een nieuw exemplaar in of investeren we in nieuwe verlichting. En dat terwijl binnenshuis vooral vrouwen juist de neiging hebben een kapotte lamp te laten hangen tot een huisgenoot deze vervangt.
Door de opkomst van nieuwe energiezuinige alternatieven met een lange levensduur hoeven Nederlanders gelukkig steeds minder vaak de trap op om een lamp te vervangen. Ook in de tuin, op het balkon of aan de gevel is de ledlamp momenteel veruit de meest gebruikte lamp. Een goede ontwikkeling, aldus Jeroen Bartels, manager van Stichting LightRec. “Omdat buitenverlichting vaak langdurig aan staat verdient energiezuinige verlichting de voorkeur. Het bespaart energie en bovendien gaat de lamp veel langer mee. Combinatie met een bewegingsmelder verlaagt de energiekosten. De bewegingsmelder is meestal ook te schakelen zodat men ook kan kiezen om de buitenlamp continu te laten branden, bijvoorbeeld als men in de tuin zit. Zaak is wel dat ook de nieuwe generatie tuinverlichting als deze uiteindelijk kapot gaat, apart ingeleverd wordt. Of het nu om een retrofit ledlamp gaat (met dezelfde fitting als een gloeilamp) of om led die volledig geïntegreerd is in een armatuur. Alle nieuwe energiezuinige lampen kunnen we namelijk voor meer dan 90% recyclen. Op meer en meer plekken bij winkels kunnen spaar- en ledlampen gemakkelijk worden ingeleverd. Via de uitvoeringsorganisatie Wecycle worden deze dan bij de winkeliers opgehaald”.
Geen opmerkingen: